‘Tell me how you were loved and I will tell you how you love’,
dit belooft Esther Perel, relatietherapeut uit New York.
De sectie Partner Relatie Therapie van de Nederlandse Vereniging voor Relatie- en Gezinstherapie therapie nodigde deze Belgisch-Amerikaanse uit naar Beilen in Drenthe om te spreken over haar ideeën rond seksualiteit in de partnerrelatie.
Culturele en historische ontwikkelingen zijn voor Perel’s ideeën belangrijk en haar ideeën zijn dus op zich zelf ook aan verandering onderhevig. Ze is van niets overtuigd; over twee jaar kan het weer anders zijn en voegt ze hier nog aan toe op zijn Vlaams: “Niets gaat perfect in ons kabinet (lees: slaapkamer)”. Ze noemt zichzelf een ‘master of nothing and a student of everything’. Ze heeft niet een methode maar een benadering. Het dynamische, het systemische en het lichamelijke spelen daarbij een rol. Ze heeft geen seksuologie opleiding gedaan. Ze is relatietherapeut en houdt zich bezig met seksualiteit. Vooral met de begeerte in de relatie houd zij zich bezig. Ze is getrouwd met een therapeut die werkt met ernstig getraumatiseerde mensen: ‘He does pain, I do pleasure’…
Tijdens haar presentatie sprak zij afwisselend Engels en Nederlands; als het nodig was waren wij als publiek graag bereid haar te helpen bij het zoeken naar het juiste Nederlandse woord. Ach; therapie is taal, is zoeken naar het juiste woord.
De titel van haar boek: Erotische intelligentie, was eigenlijk als grap bedoeld naast bijvoorbeeld het meer bekende begrip; emotionele intelligentie, maar erotische intelligentie is inmiddels een bekend concept. U heeft misschien gehoord van de Amerikaanse psycholoog Gardner die 8 soorten intelligentie onderscheidt waarvan de ‘kinesthetische en de interpersoonlijke intelligentie’ misschien in de buurt komen van het concept van ‘erotische intelligentie’ van Perel.
In het Engels is de titel van haar boek: ‘Mating in captivity’, een titel die uitdrukking geeft aan een dilemma. In de Nederlandse vertaling van de titel zit de oplossing van dit dilemma vervat; erotische intelligentie als oplossing voor ‘mating in captivity’, voor ‘paren in gevangenschap’. De ondertitel van haar boek luidt: Een vaste relatie geeft zekerheid, maar hoe houdt je het spannend?
Ze draagt haar boek op aan haar ouders wiens vitaliteit doorleeft in haar. Haar ouders kwamen vanuit de concentratiekampen van Nazi-Duitsland naar Antwerpen. Perel verdeelt de Antwerpse Joden van na de tweede wereldoorlog in twee groepen: zij die niet dood gingen en zij die terugkwamen om te leven. De eerste groep overlevers hield zich vooral bezig met voorzichtig zijn. De andere groep was meer bezig met hoe ze levendig konden blijven. Haar ouders behoorden duidelijk tot de tweede groep. Perel’s levendigheid en speelsheid kwamen tijdens haar presentatie duidelijk naar voren.
Haar vitaliteit was naar mij doorgestroomd. Het viel mijn partner op toen ik na ruim twee uur reizen thuis kwam en vertelde over deze dag.
‘Erotische Intelligentie’ is geschreven voor het algemene publiek en dus niet voor relatietherapeuten en seksuologen, waarvan er zo’n 150 naar Beilen waren gekomen om te leren over ‘Attatchment, Security and Erotic life’.
Perel woont en werkt in New York en doet voor 80% paren-therapie. Ze ziet paren van veel verschillende nationaliteiten en spreekt meerdere talen. Ze ziet hen van twee uur tot vier uur tot soms een hele dag. Soms ziet ze een partner alleen, soms is het individuele therapie met beiden aanwezig en soms is het relatietherapie met slechts een partner aanwezig. Minuchin, een van de grondleggers van de systeemtherapie, is haar meester. Daarnaast wordt ze geïnspireerd door de narratieve therapeut Michael White, door de hechtingstheorie en de neurologie.
Haar interesse in de seks binnen de relatie groeide vooral na het Lewinsky-schandaal in de VS. Daarvoor was de seks binnen haar relatietherapieën ‘als het bekijken van een film zonder ondertiteling’. Na het Lewinsky-schandaal ging ze zich afvragen waarom er in de VS geen taboe was op scheiden maar wel op ontrouw. Ze ontdekte dat het probleem van de begeerte centraal was hierin. Het opnieuw in bezit nemen van de begeerte leidt volgens haar tot seksuele bevrijding. Het gaat haar in de therapie om ‘to own the wanting’. Op het moment schrijft ze aan een boek over affaires.
‘Intimacy became Into-me-see’
Sinds het opkomen van het individualisme is er veel veranderd. Dat is slechts 150 jaar geleden. Het heeft geleid tot een nieuwe manier van denken, tot een nieuw model. We moeten ons goed realiseren dat onze manier van denken gebaseerd is op een model dat nog niet zo lang bestaat. Vòòr het opkomen van het individualisme bestond de seks in de ontrouw en dus niet in het huwelijk! Wij denken dat het zo ìs dat seks tot het domein van het huwelijk hoort. Maar dat ìs niet zo.
Een huwelijk werd niet lang geleden gesloten om economische redenen, om een gezin te stichten, om samen land te kunnen bebouwen. Intimiteit bestond uit samen je land bebouwen. Intimiteit had je met mensen uit je dorp, uit je gemeenschap. Het behoren tot die gemeenschap gaf jou een identiteit. Intimiteit en identiteit hadden niet speciaal iets te maken met je partner.
Wanneer Perel relatietherapie doet met paren die nog opgevoed zijn binnen de hier boven beschreven archaïsche structuren dan is het niet alleen belangrijk dat ze de man en de vrouw ziet maar is het ook belangrijk dat ze bijvoorbeeld de vrouw met de moeder van de man ziet.
Pas bij het ontstaan van de steden zijn partnerrelaties belangrijker geworden. ‘Intimacy’ is ‘into-me-see’ geworden. Intimiteit in de partnerrelatie is belangrijk geworden om niet alleen te zijn, om niet alleen over te blijven. Intimiteit betekent gevalideerd worden door je partner. Dit werd het nieuwe model.
De uitvinding van de contraceptie heeft dit nieuwe model versterkt. De revolutie die de contraceptie bracht is slechts een aantal decennia oud. De verbinding van twee mensen binnen het huwelijk wordt in dit nieuwe model verondersteld samen te gaan met seksueel plezier. Zowel de liefde als de seks zijn naar het huwelijk gebracht. De revolutie die de contraceptie bracht ging samen met nog twee andere recente revoluties: die van de vrouwenbeweging en die van de ‘gay-movement’. Seks kwam los te staan van de zwangerschap.
Dat huwelijksgeluk gezien wordt als verbonden met seksuele bevrediging is in vele delen van de wereld (nog) niet doorgedrongen. Huwelijksgeluk is een imperatief binnen ons moderne Westerse model. We scheiden omdat we denken gelukkiger te kunnen zijn in een ander huwelijk. Het huwelijk lijkt wel een product geworden: Wat geeft dit huwelijk mij, vragen we ons af.
We denken; als ik mijn partner lief heb moet ik hem/haar ook begeren. Maar voor vele mensen op deze aarde staan liefde en begeerte ver uit elkaar.
In ons soort huwelijk moet alles gegeven worden aan ons door één persoon terwijl dit alles vroeger gegeven werd door een heel dorp. Wij zitten in een heel idealistisch model. We willen liefde, begeerte, nieuwsgierigheid, avontuur, veiligheid enz. enz. allemaal vinden bij een persoon, in één relatie. Veiligheid en een vaste verbintenis zijn ook belangrijk voor ons omdat we in onze cultuur veel vrijheid hebben.
Liefde en begeerte: een paradox, een dialectiek
Ieder mens heeft enerzijds behoefte aan een bepaalde mate van vrijheid, ruimte en individualiteit en anderzijds behoefte aan verbinding, veiligheid, bescherming. Het gebeurt dat ‘one person wanting more space meets another person wanting more connection’.
Door het begrijpen van verbinding begrijpen we nog niet de begeerte. Perel maakt bij het begrijpen van het verschil tussen deze twee gebruik van de hechtingstheorie. Stelt u zich een kind voor dat op schoot zit bij de ouder. Dit kind is nieuwsgierig, het wil exploreren, spelen. Daarom moet het kind de schoot verlaten. Het kind van de ouder die het laat gaan en tegelijk enig toezicht en contact houdt, kan zowel de vrijheid als de verbinding ervaren. Maar de ouder die zegt: “Niet weggaan, ik ben bang”, onthoudt het kind van het ervaren van de vrijheid. Kind nummer 1 gaat een deel van zichzelf in de band met de ouder verliezen om autonomie te kunnen ervaren. Kind nummer 2 krijgt een teveel aan verantwoordelijkheidsgevoel voor de band met de ouder. Het kan misschien wel weggaan maar het blijft bang. Volgens Perel moet je om seks te hebben de ander kunnen verlaten; ‘you cannot climax if you cannot be free’.
Liefde en begeerte hebben een relatie maar hebben tegelijk een conflict. Het tweede kind komt later als partner naar relatietherapie en zegt: In het begin was het goed maar na de bruiloft of nadat we kinderen kregen was ik een ‘done deal’. Alles ging goed tot ik zeker was van hem, van haar. Hoe meer liefde en verbinding, hoe minder verbeelding, begeerte en erotiek. ‘You have the trust and you lose the desire’. Een erotisch paar kan zowel verbinding als vrijheid ervaren. ‘Fire needs air’. Het gaat hier om een paradox die je moet managen. De een heeft meer behoefte aan verbinding, de ander meer aan vrijheid. Maar de vrijheid, het los zijn van de ander is een essentiële voorwaarde voor de begeerte. Dit is de dialectiek; ‘attatchment is a condition for seperateness’.
De hechtings-theorie onderscheidt globaal drie soorten van onveilige gehechtheid. Binnen de relatie zie je ook drie soorten problematiek. 1. De vrijheid is opgegeven ten behoeve van de verbinding (angstige gehechtheid). 2. Naarmate de verbinding sterker wordt zoekt een van de partners de vrijheid en verlaat uiteindelijk de relatie (ambivalente gehechtheid). 3. De partner gaat nooit de verbinding aan en verlaat elke relatie na korte tijd (vermijdende gehechtheid).
Liefde gaat over verbinden, over hebben, over afstand verkleinen, spanning verminderen, gevaar neutraliseren. Begeerte gaat over willen, over onzekerheid kunnen verdragen, speels kunnen zijn. Begeerte gaat dood onder routine. Begeerte houdt van een comfortabele, psychologische afstand. Het is een illusie dat iemand jou zou kunnen toe behoren.
Bij vrouwen is de veiligheidsbehoefte doorgaans erg groot. Dit maakt de vrouwelijk seks narcistisch. Ze vraagt het publiek, wat voor een groot deel uit vrouwen bestaat, wanneer men zich meer aangetrokken voelt zijn of haar partner. Wij voelen ons aangetrokken tot onze partners wanneer hij/zij ergens gepassioneerd mee bezig is, wanneer hij/zij ons niet nodig heeft, wanneer hij/zij iets uitstraalt. In de afstand ligt de erotische spanning. In de afstand kun je iets nieuws blijven zien. De Franse schrijver Marcel Proust zegt dat reizen niet zit in het bezoeken van nieuwe plekken maar in het kijken met andere ogen. Het onbekende, het nieuwe in ons huis kunnen we begeren. We moeten nieuwsgierig kunnen blijven. Het onbekende kan ons ook angstig maken. Het besef dat die ander jou altijd kan verlaten kan beangstigend zijn maar die angst leeft in het centrum van de liefde. In de angst voor het verliezen van de ander zit de mogelijkheid van het verlangen, van het begeren. Verlangen, begeerte en verbinding hebben een actieve en dialectische relatie. Het begeren moet de ruimte openen die de liefde dicht maakt.
Perel maakt een onderscheid tussen seks en erotiek. Dieren hebben zeks, wij mensen hebben erotiek. Wij hebben verbeelding. Wij kunnen plezier hebben om het plezier. Wij hebben een ‘erotic mind’. Je mòet seks niet doen, je moet denken aan het doen. Je kunt seks hebben en ‘dood’ zijn. Eros betekent levendig. Erotiek is niet meetbaar. Je kunt tellen hoe vaak paren seks hebben maar bij erotiek gaat het om de kwaliteit van het leven. Erotiek is de poëzie van seks. ‘Sex is a place you go to, not something you do’. Ze vraagt: ‘Where do you go to in sex? To which core parts in yourself do you connect? Your playfullness, your soft side?
Therapie in praktijk
Volgens Perel zit het probleem niet in de mensen maar in het model, in onze manier van denken. Ze begint een relatietherapie door meteen te vragen naar hoe het met de seks gaat. Net zoals je vraagt naar hoe het met de kinderen gaat of met het werk. Het seksuele ligt dus meteen in het eerste gesprek op tafel. Ze vraagt er naar en wacht niet tot het paar er over begint. Ze vraagt mensen om haar te schrijven over hun toestand, hun bedoeling met de therapie, wat ze bereid zijn te doen om het probleem op te lossen, wat voor partner ze willen zijn. Ze is met seks bezig maar is er geen makelaar in.
Traditioneel wordt er in relatietherapie gedacht dat seksuele problematiek komt door relatieproblematiek en dat wanneer dat opgelost is dat dan de seks vanzelf verbetert. Maar dit klopt volgens haar niet. Een paar kan op zijn best zijn in de keuken maar helemaal niet in de slaapkamer. Je kunt je als partner enorm geliefd voelen maar niet begeerd. Liefde en seks gaan niet automatisch samen. Seks is geen metafoor voor de relatie maar is een parallel narratief. Het is ook niet zo dat wanneer de bloemkool het goed doet dat dan de tomaten het ook goed doen.
De vrouw kan zich liefdevol beschermd voelen door haar man maar dit is niet wat ze moet voelen in de seks. Dan moet ze zich eerder voelen als een roofdier. Grenzen overschrijden, regels kunnen breken, dingen doen die ondeugend zijn, zijn allemaal belangrijk om vrijheid te kunnen voelen. Het gaat niet om heel belangrijke regels. Breek de kleine regels eens, is Perel’s advies is: ‘Ga eens een keer niet naar je werk’.
Alles wat onze erotiek aanwakkert is waar ons gezinsleven tegen in opstand komt. Ze vraagt dat je bekijkt hoe het voelt als je liefhebt en hoe dit gevoel veranderd als je begeert. Hierbij kun je gebruik maken van een ‘love and desire map’. Een simpele set van vragen.
LOVE AND DESIRE: A PERSONAL MAP
1. When I think of love, I think of: 1. When I think of sex, I think of:
2. When I love I feel: 2. When I desire I feel:
3. When I am loved I feel: 3. When I am desired I feel:
4. When I think of love between 4. When I think about sex between
my partner and me today, I feel: my partner and me today, I feel:
Het begeren, het verlangen geeft gevoelens die niet noodzakelijk liefdevol zijn. Soms hebben die gevoelens te maken met goede macht of goede agressie. Niet met geweld.
Vrouwen worden opgevoed om in emotioneel opzicht de verzorger te zijn. Maar in de seks wordt de vrouw opgewonden als zij zelf opwindend is. Dan is ze vrij van het zorgen voor anderen.
Het landschap van de erotiek bestaat uit een repertoire aan behoeften, dromen, angsten en verlangens. Het erotische krijgt energie door onze eerste ervaringen, door onze hele geschiedenis. Het gaat er niet om wat je wil doen in de seks maar wie je wil zijn om wat jij wil voelen in de seks. In onze seksuele fantasieën drukken we onze diepste behoeften uit.
Eerste casus: kan zij het roofdier zijn dat zij is?
We gaan een opname van een gesprek zien dat Perel had met een jong koppel. Hij is Amerikaan, zij is van oorsprong Spaans en komt uit een katholieke familie. Zij is haar begeerte kwijtgeraakt. Dit is haar in een eerdere relatie ook overkomen. Misschien heeft het iets met haar te maken. In haar werk heeft ze goed kunnen emanciperen maar het zal blijken dat diep binnenin haar, de archaïsche patronen van haar voorouders nog voortleven. Welke patronen zijn dit?
Hij had een moeder die depressief was en een vader die vaak weg was. Hij heeft met veel verschillende vrouwen seks gehad maar hij wil nu een vaste relatie. Zijn partner gaat hem zijn ‘run for his money’ geven is zijn idee.
Het blijkt voor haar moeilijk om iets te willen. Eigenlijk zegt ze tegen hem: ‘Ik wil dat jij mij doet willen’. Ze wil alleen seks als ze een ruzie gehad hebben of alleen op een plaats waar het niet mag. Ze wil anoniem zijn maar niet met een vreemde, andere man. Ze wil anoniem zijn met hem, haar partner. Ze wil onzekerheid. Ze wil niet weten waar de reis eindigt.
Perel: ‘Familiarity is not erotic for her’. Alles wat comfortabel is en goed voor hem wil zij niet.
Hij wil niet meer bang hoeven zijn afgewezen te worden en zich geen zorgen meer hoeven maken over zijn seksuele prestaties. Hij zegt: Als ik geen seks met jou wil dan wil jij het wel. Het is niet zìjn ‘willen’ wat het probleem is, denkt Perel.
Het probleem is dat zij niet wéét dat zìj het wil. Pas wanneer zij weet dat het haar wil is, kan zij autonoom zijn, kan zij begeerte voelen. Deze zoektocht naar autonomie is een zeer belangrijk thema. Sommige mensen kunnen erg moeilijk zichzelf zijn in aanwezigheid van anderen. Als genot gezien wordt als zondig, hoe kan het dan plezierig worden? Dit is een bekend thema bij vrouwen uit een traditioneel milieu.
Hij werd in hun relatie ‘recruited for a play he never auditioned for’. Hij dacht dat zij bescherming nodig had en zorgde ervoor veel thuis te zijn maar zij kreeg daardoor te weinig lucht. Zij wil juist met hem het ‘veilige huis’ ontvluchten. Pas dan kan zij het roofdier zijn dat zij wil zijn. Zij zal hem moeten leiden door de doolhof van haar erotische geest.
Als therapeut is het belangrijk om niet lineair te denken als je iemands seksuele ‘blue-print’ wil leren kennen, zegt Perel. Voor sommige paren is het moeilijk om op emotioneel gebied iets op te geven. Dit paar lukte het niet. Zij ging seks zoeken buitenshuis. Zij ging doen wat hij had opgegeven voor hun relatie.
De jacht van dit roofdier, het jachtluipaard, is van een ongekende schoonheid. Het inspireerde mij ooit bij het toeëigenen van ‘mijn willen’.
Flirten met je eigen partner per email
Wat Perel veel paren adviseert om het begeren levend te houden is dat zij een speciaal email adres instellen voor berichten waarin ze met elkaar flirten om zo een erotische ruimte te creëren. Soms sturen partners liederen en gedichten naar elkaar. Een email heeft een ingebouwde afstand. Ook adviseert zij paren om telefoonseks met elkaar te hebben terwijl ze allebei thuis zijn. Perel: ‘Speel met de afstand die je hebt tot elkaar’!
Het ging met het paar uit de video-opname niet om een machtstrijd. Het ging om autonomie. Erotisch gezien had zij onzekerheid nodig. Emotioneel gezien had ze de onzekerheid nìet nodig. Perel probeerde hem te leren om haar behoefte aan onzekerheid (autonomie, avontuur) te begrijpen. Wie het minst rigide is kan het makkelijkst veranderen. Seksuele ‘blueprints’ veranderen echter niet gemakkelijk.
Drie openingen voor seks
– fysieke opwinding
– beginnen met het begeren in een interactie waarna de fysieke opwinding volgt
– bereidheid, open staan voor de begeerte
In dit laatste geval reageer je op een uitnodiging niet met: ‘nee, ik heb geen zin’. Perel vergelijkt seks hebben met zwemmen en zegt dat ze nog nooit iemand is tegengekomen die er achteraf spijt van had dat hij was gaan zwemmen ook al had hij er eerst geen zin in.
De biologisch antropologe Helen Fisher beschrijft in haar boek ‘Why we love’, drie gebieden in de hersenen. Gebieden voor onze lust (testosteron), voor romantiek (dopamine) en voor hechting (oxitocine).
Het begeren is uw eigen verantwoordelijkheid
Na de lunch geeft Perel de zaal een opdracht. We gaan op zoek naar onze eigen seksuele ‘blueprint’. We moeten in paren 10 verschillende antwoorden geven op twee vragen: Wat windt mij op? En: Waar knap ik op af? Wat maakt mij levend, geeft mij energie of wat maakt mij dood? ‘What turns me on or what turns me off’?
Ook in therapie vraagt ze aan paren die geen seks meer hebben; Wat vond u fijn voordat u ‘dood’ ging? Het helpt om je dit te herinneren. In de veilige hechting kun je voelen dat je het waard bent om bemind te worden, om naar verlangt te worden. Het is een gevoel van voortdurende zelfwaardering; ‘I am lovable, desirable’, ‘I can desire, I deserve to desire, to want’.
Je moet zorgen voor jezelf, jezelf waarderen, mooi vinden. Als je je zelf niet mooi vind kan je partner wel 100 keer zeggen dat je het wel bent maar jij blijft denken dat hij een verkeerde bril op heeft. Als therapeut kun je mensen helpen om hun eigen waardigheid terug te vinden. Je kunt met hen naar hun verleden gaan tot je iets vindt. Of je kunt vragen: Hoe bent u gestorven? Wat is er gebeurd? Dit gaat allemaal over seksualiteit zegt Perel: ‘Sex is the engine of human experience’. Als iemand in het verleden genoot van het fietsen zegt ze : Stap opnieuw op uw fiets en kijk of u weer kunt genieten. Ze signeerde haar boek met een simpele opdracht: ‘Enjoy’!
Vijf werkwoorden
Vijf werkwoorden uit de grammatica die we kunnen gebruiken om met mensen over seks te praten: Vragen, geven, nemen, krijgen en weigeren. Er zijn mensen die goed kunnen geven maar niet kunnen krijgen. Als u angst hebt om u te verliezen is het moeilijk om te geven. Veel mensen doen niet wat ze willen maar doen wat ze denken dat ze mogen willen. Om te durven willen en vragen moet je een goede eigenwaarde hebben.
Je kunt je afvragen; zou ik van mijzelf kunnen houden, zou ik met mijzelf willen vrijen? Als u niet in uw lichaam wil zijn hoe kun je dan de ander ontvangen?
In relatietherapie komt men meestal niet met de vraag: wat doe ik fout? Meestal weten de partners beter wat de ander fout doet dan wat zij zelf fout doen. Perel gaat hoe dan ook op zoek naar het positieve en naar het genieten. Intimiteit heeft niets te maken met controle want dat zou betekenen dat de ene partner tegen de andere zegt: ‘U moet uw vrijheid opgeven voor mijn vrijheid’. Vertrouwen is de vaardigheid om het onbekende lief te hebben. Je moet kunnen leven met het onbekende, het andere…in contact kunnen komen met je angstige kant, met de verboden kanten van je identiteit.
Oefening: Uitnodigen van de ander
Perel laat twee mensen naar voren komen en geeft hen de opdracht om op enige afstand van elkaar te gaan staan. Een van de twee gaat de ander non-verbaal uitnodigen om dichter bij te komen. Later vraagt ze aan de spelers hoe het was om de rol te spelen van degene die uitnodigt en hoe het was om de uitgenodigde te zijn. De uitgenodigde vraagt zich bijvoorbeeld af: Hoe dichtbij mag ik komen? Zal ik meteen komen of zal ik even wachten? Kan ik het me veroorloven om te wachten? Zal de ander me later nog een keer uitnodigen als ik wacht? Ga ik onmiddellijk op de uitnodiging in want anders voelt die ander zich afgewezen? Als je deze oefening met een paar doet in de relatietherapie dan kan de hele geschiedenis van de relatie naar voren komen.
Tweede casus
Het gaat om een paar dat Perel één keer heeft gezien. Dit consult van 4 uur is op de video ingekort tot 20 minuten. Net zoals in de vorige casus gaat het er om dat het paar zich realiseert dat zij iets willen. Hij had een moeder die veel op de bank lag sigaretten te roken en TV te kijken. Wanneer hij als jongetje op een dag het been van zijn moeder aanraakt heeft hij een erotische ervaring. In deze paradigmatische ervaring van hem ontstaat zijn erotische ‘blue-print’. Hij kijkt naar pornofilms waarin moeders ‘who love to fuck’ het doen jongemannen. Een genre porno dat veel voorkomt. Hij is katholiek en heeft veel schaamte hierover.
Hij kan niet tegen zijn partner zeggen: ‘I need you’. Hij kan alleen zeggen: ‘She is withholding me, she refuses to give to me’. Een sleutelzin in het opgenomen gesprek is wanneer zij zegt: ‘I don’t want to nurture the little boy in him’. Hij heeft zijn emotionele behoefte verborgen en geseksualiseerd. Alleen in de seks kan hij vragen: ‘Hold me’. In het bekijken van een pornofilm zal ‘de moeder’ hem niet afwijzen of hem klein doen voelen. Perel vraagt hem: ‘Hoe kan je je partner willen in plaats van haar nodig te hebben’? Ze krijgt het in deze sessie voor elkaar dat het paar elkaars gezichten aanraakt en op een gegeven moment zelfs dat ze elkaars hele gezicht vasthouden. Dit is voor het eerst dat hij buiten de seks om vastgehouden kan worden.
Zij werd als meisje gewoonlijk niet gezien en werd op een nacht ziek en had overgegeven. Ze wilde niemand wakker maken maar liet iets van het braaksel express op haar lip achter in de hoop dat iemand van het gezin het zou opmerken. Dit is voor haar een paradigmatische ervaring. Haar seksuele fantasie en ‘blueprint’ bestaat eruit dat ze geblinddoekt vastgebonden ligt op een bed. Alleen op deze manier kan ze ontvangen, ‘selfish’ zijn en genieten. De blinddoek zorgt voor de afstand, voor haar autonomie, voor haar begeerte, zegt Perel.
Voor Perel is therapie om op een levendige, krachtige en poëtische manier uitdrukking te geven aan gevoelens. De focus is niet de pijn maar het plezier.
‘We kunnen het niet over genot hebben als we het alleen over pijn hebben’.
Als u haar zelf wil zien spreken kan dat hier: