Volgens biologe en filosofe Inge Mutsears zijn jongeren die naar Syrië gaan niet a priori onze vijanden en moeten we de context beter begrijpen. Zij onderzoekt wat de samenleving kan leren van het biologische lichaam. Het is namelijk de vraag of we als samenleving wel de juiste strategie gebruiken om met bedreigingen zoals deze jongeren om te gaan.
Dit is te lezen in de Correspondent en in haar proefschrift: ‘Immunisation and its Discontents’, dat een een kritische analyse omvat van het gebruik en de bruikbaarheid van immunologische modellen in de politieke filosofie.
Immuunsystemen beschermen ons lichaam tegen wat wij beschouwen als indringers en bedreigingen. Maar of iets lichaamsvreemd of lichaamseigen is, wordt bepaald door de context. Mutsaers bepleit meer aandacht daarvoor en gaat tegen de huidige symptoombestrijding in.
Het immuunsysteem valt lang niet alle indringers aan; veel indringers worden juist getolereerd
Immuniteit is van oorsprong een juridisch begrip. Het dook voor het eerst op in het oude Rome, ongeveer tweeduizend jaar geleden. Het Latijnse immunis betekent ‘vrij van bepaalde gemeenschappelijke taken,’ zoals het betalen van belasting of militaire dienst. Immuniteit betrof veelal politieke ambtsdragers.
Pas aan het eind van de negentiende eeuw krijgt het begrip een biomedische betekenis. In die tijd ontdekken Pasteur en Koch de bacterie als veroorzaker van infectieziekten. De Russische embryoloog Metsjnikov ontdekt vervolgens dat er afweercellen zijn in het lichaam. Die afweercellen bleken in staat om bacteriën en virussen aan te vallen en te vernietigen in het lichaam. Ze kunnen ‘het eigene’ (lichaamseigen) onderscheiden van ‘het andere’ (lichaamsvreemd).
Zo ontstond het beeld van het immuunsysteem als afweersysteem, ofwel als verdedigingssysteem, met als taak om lichaamseigen cellen en weefsels te onderscheiden van lichaamsvreemde elementen als parasieten, bacteriën en virussen. Kortom, het immuunsysteem werd voorgesteld als een verdedigingsleger dat vreemden of vijanden aanvalt.
Naarmate de wetenschap zich verder ontwikkelde zijn immunologen binnen de biomedische wetenschappen anders tegen immuunsystemen gaan aankijken. Ze ontdekten bijvoorbeeld dat het immuunsysteem lang niet alle indringers aanvalt. Veel indringers worden juist getolereerd.
In onze darm bijvoorbeeld leven talloze bacteriën en ook virussen, omdat onze spijsvertering in aanwezigheid van die bacteriën en virussen beter functioneert. Zonder bacteriën zouden we, om maar iets te noemen, geen plantaardig voedsel kunnen verteren.
Omgekeerd vinden er ook immuunreacties plaats waarbij het immuunsysteem zich juist tegen lichaamseigen delen keert. Dit proces wordt auto-immuniteit genoemd. Auto-immuniteit kan positief zijn, bijvoorbeeld als kapotte of ontspoorde (eigen) cellen door het immuunsysteem worden opgeruimd. Maar het kan ook gebeuren dat gezonde (eigen) cellen door het immuunsysteem worden aangevallen, met negatieve gevolgen.
Met de ontdekking van auto-immuniteit en tolerantie werd duidelijk dat een immuunsysteem zowel op lichaamseigen als op lichaamsvreemde componenten reageert en dat immuunreacties sterk afhankelijk zijn van de ‘context’ waarin ze plaatsvinden. Of iets lichaamsvreemd (ander) of lichaamseigen (zelf) is staat niet van tevoren vast, maar wordt bepaald door de ‘context’ waarin een immuunreactie plaatsvindt.
Veel ruimte voor uitwisseling en interactie met de omgeving; de grens tussen het zelf en de ander is veranderlijk
De ‘antigenen,’ waarop ons immuunsysteem reageert, zijn dus niet a priori ‘de vijand.’ De grens tussen het zelf en de ander is veranderlijk, niet vastomlijnd. De voorstelling van het immuunsysteem als verdedigingsleger tegen binnendringende anderen is dan ook een veel te eenvoudige voorstelling van zaken gebleken. Deze doet geen recht aan de biologische realiteit.
Het immuunsysteem heeft een veel breder palet (repertoire) dan alleen de opdracht: ‘Aanvallen!’ Het immuunsysteem is kort samengevat niet alleen agressief, maar ook coöperatief en tolerant.
Macfarlane Burnet, een Australische immunoloog, merkte in 1962 al op dat op biologisch niveau de ontmoetingen tussen ‘zelf’ en ‘ander’ vaak onschadelijk zijn. Als er al sprake is van een norm in dergelijke ontmoetingen, dan is dat eerder wapenstilstand dan oorlog. Eerder tolerantie dan destructie.
De eerste les van de biologie: niet alleen aanvallen of verdedigen
En zie hier de eerste les die het lichaam de samenleving leren kan: Het biologische lichaam is geen slagveld. Het politieke lichaam is dat evenmin. Wie het nieuws volgt ziet dat deze les nog niet al te breed is doorgedrongen. Overal in Europa wordt een groeiend verlangen naar radicale zuiverheid zichtbaar. Op verschillende niveaus eisen groepen de ‘eigen’ cultuur en identiteit voor zich op.
De laatste jaren hebben verschillende anti-Europese en anti-islamitische partijen en bewegingen grote winsten geboekt. Aanslagen zoals die in Parijs op de redactie van Charlie Hebdo zijn koren op hun molen. Ze maken van het politieke lichaam toch dat slagveld, waarin op elke aanval een besliste verdediging moet volgen.
De oproep van de PVV om alle moskeeën te sluiten aangezien anders de Nederlandse eigenheid, identiteit en cultuur om zeep worden geholpen kan worden gezien als een soort immunologische weigering (afweerrespons) van PVV-stemmers om zich te laten ‘besmetten’ door de islamitische cultuur.
Maar bevorderen zulke auto-immuunreacties de gezondheid van de samenleving eigenlijk wel? Op het eerste gezicht lijkt het effectief: de boosdoeners worden uit de samenleving gehouden of hun dubbele paspoort wordt ze ontnomen. Maar het antwoord op de vraag is ontkennend. Het bevordert de gezondheid van de samenleving niet. De immuniseringsreactie die ons bijvoorbeeld tegen het gevaar van Syriëgangers zou moeten beschermen, beschadigt in zekere zin de eigen samenleving (het eigen ‘politieke lichaam’).
Het oppakken staat bijvoorbeeld op gespannen voet met de vrijheid van personenverkeer, meningsuiting en andere grondrechten. Ook de privacy wordt ernstig aangetast. De maatregelen houden niet alleen de ‘indringers’ buiten, maar raken ook anderen, zoals onszelf.
Zo hebben de meeste EU-lidstaten tal van administratieve maatregelen ontwikkeld die niet alleen de beoogde groep treffen, maar ook een groot deel van de rest van de moslimbevolking in Europa. Soms worden burgerrechten van de gehele bevolking aangetast. Het mogelijke gevolg hiervan is dat gevoelens van wrok worden gevoed en dat het geweld verder escaleert.
Kortom, onze immuniseringsmaatregelen tegen terreur, hoe begrijpelijk op zichzelf ook, slaan – als we niet uitkijken – als een boemerang terug op onze eigen samenleving. Ze beschadigen de samenleving die ze juist beogen te beschermen. Hoe je deze ‘collateral damage’ kan voorkomen is een belangrijke vraag.
De tweede les van de biologie: meer aandacht voor de context
Immunisering is meer dan simpelweg afweer en verdediging. Immunisering omvat een veelheid aan responsen en ‘aanvallen van vijanden’ is daar slechts één van. De aanval is dus niet altijd de beste verdediging. Verdedigen is sowieso niet altijd de meest effectieve weg om een maatschappelijk kwaad te bestrijden. Dat laat de bestrijding van de vogelgriep zien.
Staatssecretaris Dijksma van de PvdA heeft – volgens de sector weliswaar rijkelijk laat – stevig gereageerd op de vogelgriepbesmetting door het breed preventief ruimen van pluimvee. Daarnaast zijn knobbelzwanen, wilde eenden en meeuwen uit voorzorg gevangengenomen voor monsterafname, om op die manier na te kunnen gaan of zij dragers zijn van het virus dat de vogelgriep veroorzaakt. Er wordt al gekscherend voorspeld dat Dijksma zal pleiten voor het preventief ruimen van wilde vogels. Ondertussen loopt de financiële schade voor de pluimveesector al in de miljoenen. Daarbij zijn er inmiddels sterke aanwijzingen zijn dat niet wilde vogels maar slechte hygiëne in de bio-industrie de vogelgriep veroorzaken.
Ook in het geval van vogelgriep hebben we te maken met een sterke afweerreactie die de nodige ‘collateral damage’ veroorzaakt: financiële schade, tanend vertrouwen van de consument, angst, etc. Waren al die voorzorgsmaatregelen dit wel waard?
Je zou kunnen zeggen dat we in dit geval meer aandacht hadden moeten hebben voor de context van onze immuunreacties.
We kunnen de natuur niet van de wereld afsluiten. Wij zijn integraal onderdeel van ‘de natuur,’ evenals de kippen, knobbelzwanen, virussen en wilde eenden. Wat we nodig hebben is niet nog meer immunisering, in de vorm van antibiotica en slachtingen, maar meer onderzoek naar de rol van ecologische en klimatologische factoren in het vormen en overbrengen van virussen.

Uit de fotoserie ‘Rek’. Foto: Juuke Schoorl
Wat de biologie van de politiek leert… maar is dit een goede les?
De vogelgriep was eerder onderwerp van debat. In 2012 was er veel discussie over de lab-gefabriceerde variant van het vogelgriep virus dat van mens-op-mens overdraagbaar was. De virologen ontwikkelden dit virus met het oog op de productie van een vaccin tegen dit virus voor het geval er ooit een pandemie van dat virus zou uitbreken. Maar in de natuur bestaat tot op de dag van vandaag nog helemaal geen van mens-op-mens overdraagbare variant van het vogelgriep-virus. De virologen waren dus bezig het ontwikkelen van een vaccin tegen een dreiging (virus) die nog helemaal niet bestaat: een typisch voorbeeld van ‘pre-emption’.
‘Pre-emption’ staat voor een tegenaanval voordat een werkelijke aanval is gepleegd of voordat er überhaupt sprake is van concrete dreiging. De strategie van ‘pre-emption’ is afkomstig uit de wereld van internationale betrekkingen en werd door de VS veelvuldig toegepast in de zogenaamde oorlog tegen terrorisme (in de vorm van ‘pre-emptive strikes’, bijvoorbeeld in Irak en Afghanistan). De term ‘oorlog tegen terrorisme’ wordt gebruikt in de propaganda van regeringen om oorlogen te kunnen voeren om bijvoorbeeld olie.
In toenemende mate zie je de ‘pre-emption’ strategie nu ook opdoemen binnen het veld van infectieziektebestrijding en publieke gezondheid. In dit geval leert de biologie dus van de politiek maar het is zeer de vraag of dit wel zo’n goede les is.
De les die het lichaam ons leert is: laat de context bepalen welke strategie wanneer de juiste is. En ga op zoek naar de wortel van een probleem in plaats van slechts de symptomen te bestrijden.
Keiharde immunisering is een gebed zonder end
Meer aandacht voor de context van immuunreacties betekent in het geval van de jongeren die naar Syrië gaan, dat deze niet a priori onze vijand zijn. Ze kunnen zich als vijand presenteren (zie de daders van de aanslag in Parijs), maar ze werden pas een vijand toen ze zichzelf zo gingen gedragen.
We moeten, als we willen voorkomen dat ook anderen naar de wapens grijpen, eerst onderzoek doen naar de oorzaak (context) van hun radicalisering.
De prijs van overmatige immunisering is nu vaak te hoog in verhouding tot de winst in veiligheid. Een effectieve immuniseringsrespons komt niet alleen voort uit het besef dat het leven gemakkelijk vernietigd kan worden (door anderen). Even belangrijk is dat we ons bewust zijn van onze inherente afhankelijkheid van anderen voor ons bestaan, zowel op biologisch als op politiek niveau.
We leven in een geglobaliseerde wereld die vol is van afhankelijkheidsrelaties. Geen enkele immuniseringsmaatregel kan deze afhankelijkheid tenietdoen.
Het lichaam leert ons dat tolerantie, openheid en kwetsbaarheid ten opzichte van de ander lonen. En dat onze bedreigde identiteit niet kan worden beschermd met keiharde immunisering, maar soms juist met openheid gepaard kan gaan. Dat is in de eerste plaats natuurlijk een les voor Chérif en Saïd Kouachi, de verdachten van de aanslag in Parijs. Zij hadden die cartoons over hun profeet natuurlijk niet als een aanval op hun bedreigde identiteit moeten zien, maar als de keerzijde van de vrijheid die ze zelf hebben om hun mening uit te dragen.
Wat we nodig hebben zijn alternatieve, meer genuanceerde immuniseringsstrategieën die rekening houden met de sociaal-politieke context van de dreigingen die we om ons heen waarnemen. Want keiharde immunisering is een gebed zonder end.
En als we niet oppassen, leidt het tot een ware maatschappelijke auto-immuunziekte: nog meer controle, minder vrijheid, een angstige samenleving en gebrek aan solidariteit.
Wie kan ons daartegen beschermen?

Uit de fotoserie ‘Rek’. Foto: Juuke Schoorl
De foto’s bij dit stuk zijn gekozen door de Correspondent en komen uit de serie ‘Rek’ van fotografe Juuke Schoorl (1989). Met dit project wilde zij de esthetische mogelijkheden van de huid onderzoeken. Door de huid te manipuleren met allerlei soorten goedkope oplossingen, zoals nylondraad en plakband, heeft zij modieuze nieuwe vormen en structuren voor het lichaam weten te creëren. De huid is flexibel en weet zich goed aan te passen aan omstandigheden.
Meer op dit weblog over de bijdrage die de biologie kan leveren aan politiek en samenleving is te vinden bij de onderzoekingen van de bioloog Frans de Waal. Hij toont aan dat niet alleen competitie maar ook empathie ervoor heeft gezorgd dat wij als soort hebben kunnen overleven. Hier op dit weblog.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...