Tagarchief: hypervigilantie

Crisis: vooral niet bang worden en nutteloos wakker liggen

Emma Brunt schrijft in de Groene een onderhoudend artikel  onder de titel Kwartje wordt dubbeltje over de armoede waarin zij en andere zelfstandig ondernemers terecht gekomen zijn door de crisis.  Zo ook de freelance scenarioschrijfster en documentaire-filmmaker Marijke Jongbloed (56) die haar relaas besluit met dat je vooral af moet leren om voortdurend bang te zijn en dat je moet zorgen voor rust in je hoofd.

Illustratie: Dick Tuinder

Illustratie: Dick Tuinder

Brunt begint met het beschrijven van haar nachtmerries en hoe haar vriendinnen reageren.

‘Tja’, zeggen mijn vriendinnen schamper als ik ze over mijn nachtelijke paniekaanvallen vertel, ‘vier uur in de ochtend is ook echt een uit­gelezen tijdstip om de balans op te maken en over naderend onheil te gaan liggen malen, dat is een heel verstandig idee, ga vooral zo door’. Of ze beginnen me te onderhouden over het nut van slaappillen en de kalmerende werking van hun eigen favoriete kruidenthee.

Maar daar heb ik niks aan, hoe zinnig zo’n advies ook klinkt, want op het moment zelf wíl ik helemaal niet slapen. Het enige wat ik dan wil is de problemen tot een oplossing brengen, en wel meteen, door me er acuut ‘uit te denken’.

Daar bestaat een naam voor in de psychiatrie: ‘hypervigilantie’, een vorm van even constante als nutteloze waakzaamheid die het gevolg is van een overmaat aan stress. En dan met name van het soort stress dat je niet kunt reduceren door tot actie over te gaan, omdat je voor de oplossing van het probleem afhankelijk bent van anderen. Van opdrachtgevers bijvoorbeeld, die je zojuist zonder pardon hebben wegbezuinigd, of dat binnenkort nog zullen gáán doen, omdat ze zelf worstelen met teruglopende inkomsten, of met hulpverleningsinstanties, die je precies kunnen vertellen waarom jouw specifieke situatie nu net niet binnen hun competentie valt.

Depressieve patiënten kunnen erover meepraten, die draaien eveneens in dit soort mentale kringetjes rond en kunnen daar onmogelijk mee stoppen, ook al weten ze uit ervaring dat ‘malen’ het er alleen maar erger op maakt. Het is een dwanghandeling. Een psychiater met wie ik bevriend ben, specialist op dit gebied, zegt: ‘Wat je dan doet lijkt misschien op denken maar is het niet, ik noem het “rumineren”, en dat moet je jezelf afwennen. Zodra je merkt dat de trein in je hoofd weer over het welbekende smalspoor begint te denderen, moet je dat ingesleten traject welbewust onderbreken en er iets anders voor in de plaats stellen. Al ga je maar een boek lezen of midden in de nacht een blokje om lopen met de hond. Lichaamsbeweging, de frisse buitenlucht in, dat is eigenlijk het enige waar je echt wat aan hebt als je door begint te draaien.’

Het advies van de bevriende psychiater is dus om hypervigilantie (vigilant = waakzaam), dwanghandelingen en ‘rumineren‘ (herkauwen) aan te pakken met cognitieve therapie. Voorwaarde is wel dat je een meta denkniveau bereikt. Je moet het namelijk wel eerst opmerken dat je weer over ‘het welbekende smalspoor begint te denderen’ – wat een metafoor!

Zodra je je er van bewust bent er andere gedachten voor in de plaats zetten is cognitieve therapie: helpende gedachten, troostende gedachten, ontspannende gedachten of neutrale gedachten.

De metafoor van het ‘smalspoor’ doet me denken aan het concept van ‘dunne’ verhalen of arme, probleem-verzadigde verhalen veranderen in ‘dikke’ verhalen of ‘rijke’ verhalen uit de narratieve therapie.

Naast de cognitieve therapie en de narratieve therapie zou het ook helpen als de crisis door de politiek aangepakt werd met iets anders dan die voortdurende bezuinigingen, die de crisis alleen maar erger maken.

Eerder op dit blog over het effect van de crisis op de psyche van jongeren: hier.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Persoonlijk en politiek, Psychiatrie, Psychologie