Collaboratieve relatie-therapie

Deze vorm van therapie is gebaseerd op de aanname dat partners met relatieproblemen behoefte hebben aan een gesprek. Dit lijkt een open deur maar er valt toch veel over te vertellen. Partners die de aanvallende rol spelen (vechten, beschuldigen) hebben behoefte aan een verzoenend gesprek en partners die zich terugtrekken hebben behoefte aan een verbindend gesprek.

Je gaat als collaboratief werkende therapeut op zoek naar het gesprek dat de partners gedurende lange tijd niet met elkaar hebben kunnen voeren.

Drie belangrijke aspecten van collaboratieve relatietherapie

       I. Het moment oplossen

Je gaat naar binnen bij de individuele partners om hun stem te vinden. Wat heeft deze partner nodig om toe te vertrouwen aan de ander, waarin wil hij of zij gehoord worden zodanig dat hij of zij zich op dat moment vervuld voelt of opgelucht, waarna hij of zij zich zich in staat voelt om nu te gaan luisteren naar wat de andere partner te zeggen heeft. Het ‘naar binnen gaan’ wordt hieronder verder uitgewerkt.

Je gaat er tussen staan om een gesprek op gang te brengen en het vechten of het terugtrekken om te zetten in een intiemere verstandhouding; in een gesprek waarin het potentieel aan intimiteit in vervulling kan komen op dat moment; of in een gesprek waarin de partners samen kunnen werken aan wat voor oplossing dan ook voor het probleem wat voor hen ligt.

Je gaat er boven staan om een uitzichtpunt te krijgen over de strijd. Hoe krijg je het voor elkaar om ook dit paar een stap achteruit te doen nemen en met mededogen naar hun situatie te kijken en te functioneren als gezamenlijke probleemoplossers ten aanzien van de uitdagingen waarvoor de relatie hen stelt

        II.  Speciale interventies

Dubbelen.

Speciale vragen: de ‘in hoeverre – vraag’.

        III. Therapeutische houding is vriendelijk en open

Je betrapt je als therapeut er zelf er op als je veroordelend begint te worden.

Je vertrouwt ook je eigen gedachten en strategieën aan de cliënten toe.

Je kunt de partners zien als consulenten (aan wie je advies kunt vragen).

Enkele van deze belangrijke aspecten komen in de hand-out van Daniel Wile, die op het NVRG congres 2015  een lezing en een workshop gaf over de collaboratieve relatietherapie, aan de orde en heb ik vertaald.


I. HET OPLOSSEN VAN HET MOMENT

Naar binnen gaan om de stem van de partners te vinden 

  1. Voorgevoelens. Iedereen heeft ze. Ze kunnen je zenuwachtig maken, bezorgd. Ze hebben te maken met verlangens, pijnsteken, teleurstellingen, gevoelens van in de steek gelaten zijn, golven van eenzaamheid, angst, spijt, een vertrouwenscrisis, korte momenten van depressie enz. Ideaal is het als we deze gevoelens aan iemand kunnen toevertrouwen op het moment dat we ze hebben en wel op zo’n manier dat onze (gespreks-)partner een bondgenoot wordt. Op zo’n manier dat er een moment van intimiteit ontstaat die ons meteen een gevoel van opluchting geeft.
  2. Stem verloren. Vaak vertrouwen we de voorgevoelens niet toe – hebben we onze stem verloren – of weten we niet eens dat we deze voorgevoelens hebben omdat we ons er voor schamen, ons er door bedreigd voelen of het gewoon niet gewend zijn om deze gevoelens te vertellen; alsof we geen recht hebben op onze eigen beleving of ervaring… Misschien zijn we, terecht of onterecht bang dat wanneer we deze voorgevoelens aan onze partners toevertrouwen dat we daarmee onze partners een slechte bui bezorgen of ruzie krijgen of dat we hen demoraliseren of dat we terechtgewezen zullen worden.
  3. Noodmaatregelen. Wanneer we niet vast kunnen stellen en niet kunnen uitdrukken wat we zouden moeten communiceren – wanneer we onze stem verliezen – dan nemen we soms onze toevlucht tot noodmaatregelen waardoor de zaken vaak alleen maar erger worden.
  4. Toevlucht tot de aanval of tot de vermijding. Dit zijn de twee meest voorkomende noodmaatregelen. In de aanval vertalen we ons eigen ongemakkelijke gevoel in iets wat de partner verkeerd doet. Bijvoorbeeld: “Ik voel me schuldig” wordt vertaald in “jij geeft me een schuldgevoel”. Of: “Ik voel me ongeliefd” wordt vertaald in “Jij zegt nooit dat je van mij houdt”. “Ik ben gevoelig, ik trek het me persoonlijk aan” wordt “Jij bent gemeen”. “Ik vind het soms moeilijk om te vragen om wat ik nodig heb” wordt “Jij zou moeten weten wat ik nodig heb zonder dat ik er om vraag”. Zo maken we een vijand van onze partner. In de vermijding vegen we het ongemakkelijke gevoel onder het tapijt. We zeggen niets en haken af. Van onze partner maken we een vreemde.

Samengevat. Als je je stem kwijt bent en je daarom je voorgevoelens niet kunt toevertrouwen aan je partner waarmee je je partner tot een bondgenoot maakt, dan neem je je toevlucht tot een noodmaatregel en dat is meestal de aanval waarmee je je partner tot een vijand maakt of het vermijden/terugtrekken waarmee je je partner tot een vreemde maakt.

Het oplossen van dat moment doe je als therapeut door de voorgevoelens van de ene partner naar boven te brengen op zo’n manier dat deze toevertrouwd kunnen worden aan de andere partner.

Er tussen gaan staan om een gesprek op gang te brengen

Aanvallen, vermijden of toevertrouwen kan leiden tot een aanvallende, terugtrekkende of een collaboratieve cyclus.

In een aanval-cyclus voelen beide partners zich tè niet gehoord om te luisteren, tè niet begrepen om begrijpend te zijn en tè gestoken door wat de ander gezegd heeft dat hij of zij alleen maar terug kan steken.

In een terugtrek-cyclus stimuleert de matte toon in de stem van de ene partner, de stiltes, de eenlettergrepige antwoorden, het vermijden van gevoelens en om dingen heen praten, net zoiets bij de andere partner. Zoals fluisteren, fluisteren stimuleert.

In een collaboratieve cyclus strekken beide partners zich uit naar elkaar, stellen elkaar gerust, erkennen elkaar, vertrouwen elkaar kwetsbare gevoelens toe, geven elkaar het voordeel van de twijfel en kunnen de partners zich verplaatsen in het standpunt van de ander omdat de ander dat ook doet.

Als therapeut help je de partners om het gevecht of het terugtrekken om te zetten in een gesprek waarin de partners weer samenwerken.

Er boven gaan staan, een verhoging creëren

Als therapeut creëer je een verhoging, een platform door bepaalde vragen te stellen of door een invoelend, mededogend overzicht over de situatie of de relatie te geven. Maar je helpt ook de individuele partners zelf om een overzichtspunt te creëren boven de strijd die zij hebben om zowel empathie te ontwikkelen voor zichzelf als voor hetgeen waar h/zij moeite mee heeft.

Platform-vragen kunnen zijn:

  • In welk opzicht is dit gesprek wel of niet nuttig?
  • Is dit gevecht net zo frustrerend als het er uit ziet of krijgen jullie er iets uit?
  • Ik zou graag terugkomen op die aangename uitwisseling die jullie zojuist even hadden in het midden van het gevecht. Zagen jullie dat ook als aangenaam? Als dit zo is laten we dan uitzoeken hoe dit kon gebeuren en wat jullie weer terug in het gevecht katapulteerde?
  • Komen we toe aan waar het over moet gaan vandaag?
  • Gegeven de zure draai die de sessie heeft genomen, hoe gaan jullie naar huis en hoe zal het de komende dagen zijn?

Overzichten met mededogen kunnen zijn:

  • Ed, ik begrijp dat jij het niet prettig vind dat David iets naar voren brengt wat jij 20 jaar geleden deed. Het geeft je een gevoel alsof hij je er nooit overheen laat komen. En David, ik begrijp dat je het naar voren brengt omdat het het duidelijkste voorbeeld is van iets waarvan jij het gevoel hebt dat Ed dit, op meer subtiele manieren, vandaag de dag nog steeds doet.
  • (Als Alan sprekend tot Joyce): Joyce, nu zitten we weer vast in deze vicieuze cirkel waarin ik jou aanval als jij je terugtrekt en jij je terugtrekt als ik je aanval. Het is pijnlijk en we zijn er nog niet achter hoe we hier beter mee om kunnen gaan.

Dit soort overzichten geven een beeld van de strijd waar beide partners in zitten en de netelige positie waarin ze zich bevinden, de moeilijke kwestie waar ze mee zitten.

Vanaf de overzicht-positie kun je de partners helpen om met compassie te kijken naar wat er gebeurt in de sessie, in de relatie en/of in de therapie.

  • In de sessie: Hoe voel je je over het gevecht waarin je nu zit? Voelen jullie je nu veel beter over elkaar dan in het begin van de sessie. Waaraan is dit te danken?
  • In de relatie: Het probleem dat steeds opduikt was er vanaf het begin maar kwam naar boven nadat jullie dochter geboren werd. Jullie gingen er op een gegeven moment bijna door uit elkaar maar jullie vonden een manier om er mee te leven. Het probleem bestaat nu nog als een negatieve maar te behappen kracht die aan de relatie trekt. Is dit ook hoe jullie het zien? Of: Klopt het, Jan, dat jij degene was die aandrong tot intimiteit in het begin van de relatie en dat jij Helga degene was die dat later deed, tot voor kort. En dat jij, Jan, nu weer degene bent die er op aandringt. Hoe is dit zo gekomen? Hoe kunnen we dit begrijpen?
  • In de therapie: De eerste sessie praatten jullie veel over …… Daar hoor ik jullie niet meer over. Is dat omdat het opgelost is of zijn jullie vergeten om het aan te kaarten? Of: De laatste paar keer komen jullie hier in een goede bui maar vertrekken jullie terwijl je kwaad bent op elkaar. Is dat ook jullie ervaring, en als dat zo is, hoe groot is de kans dat dit vandaag weer gebeurt?

II. SPECIALE INTERVENTIES

DUBBELEN

Op het congres van de NVRG noemde Daniel Wile het ‘dubbelen’ het visitekaartje van de collaboratieve relatietherapie. Hij ging er uitgebreid op in en ook later in een workshop deed hij het dubbelen voor aan de hand van een ingebrachte casus.

2006-01-25B

Wanneer je dubbelt in collaboratieve therapie dan spreek je alsof je een van de partners bent tegen de andere partner. Je wordt als het ware één met die partner; je zegt: “ik … ” , waardoor de ruimte tussen jou als therapeut en de partner als het ware oplost. Je verplaatst je stoel en je gaat naast deze partner zitten of je knielt naast hem/haar. Wile heeft de gewoonte om te knielen. De partner waarvoor je spreekt heeft letterlijk iemand naast zich om hem/haar te helpen met het voor elkaar krijgen dat de andere partner hem of haar begrijpt. Deze partner voelt zich minder alleen staan.

Je herformuleert wat deze partner zojuist gezegd heeft op een manier die

  • meer voldoening geeft voor degene voor wie je spreekt. Dit wil zeggen dat ze het beter vinden dan wat ze zelf zojuist gezegd hebben of op een manier die
  • makkelijker te horen is voor de andere partner (minder verwijtend).

Je vertaalt de ene partner’s beschuldigende, verdedigende of vermijdende opmerking in een vertrouwende, blootleggende of erkennende opmerking. Als we als therapeut niet uit onze stoel komen zal het dubbelen gezien worden als een gewone interventie. Als we wel uit onze stoel komen zal het gezien worden als ongebruikelijk en dat moeten we uitleggen. Daniël Wile legt het graag zo uit: “Ik ga iets doen wat ik vaker doe en dat is dat ik ga spreken alsof ik jou ben die tegen jouw partner praat. Ik doe dit om verschillende redenen: om te controleren of ik jou begrijp, om op iets nieuws te komen vanuit een andere richting of om aandacht te vragen voor iets wat een van jullie zojuist zei. Misschien voelt het in het begin gek. Als het gek blijft voelen houd ik er mee op. Vinden jullie dat goed?”

De therapeut maakt het makkelijk om de inhoud van zijn ‘dubbeling’ af te wijzen of te veranderen. H/zij wil niet dat de partners er zomaar in mee gaan, dus wordt het dubbelen beëindigd met een vraag als:

“Wat klopt er aan mijn raden over hoe jij je voelt en waar klopt het niet?”

“Mag ik het zo zeggen of is er een betere manier om het te zeggen?”

“Ik heb dit bedacht. In welk opzicht kun je er in mee gaan?”

Als de partner zegt dat de therapeut er naast zit vraagt hij: “Wat is de betere manier om het te zeggen?” Als de partner zegt dat de ‘dubbeling’ grotendeels klopt dan vraagt hij: “Wat zou het helemaal kloppend maken?”. Als de partner op een twijfelende manier zegt dat het klopt dan zegt de thrapeut: “Dat is een twijfelachtig ja. Ik denk dat ik er naast zit.”

Als de ‘dubbeling’ bestaat uit een speculatie zegt de therapeut er achteraan: “Dit bestaat geheel en al uit een speculatie. Ik geef mijzelf 20% kans dat het klopt.”

Als de partner positief reageert op de ‘dubbeling’ dan zou de therapeut kunnen vragen: “Zou je in je eigen woorden dit nu tegen je partner kunnen zeggen?”.

Daarna vraagt de therapeut aan de andere partner: “Hoe is het om dit te horen?”

Verduidelijkende werking

Verduidelijken van een partner houdt in:

  • Op een eenvoudige manier zeggen wat h/zij op een ingewikkelde en zichzelf herhalende manier zei.
  • Op een duidelijke manier zeggen wat h/zij op een vage, breedsprakige of afdwalende manier zei.
  • Geheel en al zeggen wat op een korte manier gezegd werd.
  • Aandacht vragen voor iets belangrijks wat in een bijzin gezegd werd.
  • Expliciet maken wat zojuist geïmpliceerd werd.
  • Verdere implicaties uittekenen van hetgeen zojuist gezegd werd.
  • Een lijst maken van de punten die h/zij maakte in een uitgebreide verklaring zodat ze niet verloren gaan en zodat de andere partner een kans krijgt om op al deze punten te reageren.

Daniel Wile legt de partners graag uit welke bedoeling hij heeft met het dubbelen. Bijvoorbeeld:

  • “Ik denk dat je iets impliceerde met wat je net zei en dat zou ik graag naar voren willen brengen.”
  • “Er zit een gesprek verscholen in deze strijd en dat wil ik graag naar voren brengen”.
  • ” Ik ga een uitspraak doen voor jou maar ik ga beginnen met een erkenning (bijv. dat de ander ook een punt heeft) – dat helpt altijd.
  • “Ik ga de toon waarop je dit zei veranderen”.

Het doel van dubbelen is altijd om:

  1. De toon te veranderen. Van hard naar vriendelijk. Van gedistantieerd naar betrokken, geëngageerd.
  2. Kwetsbare gevoelens toe te voegen. De klacht die iemand uit veranderen in een angst, een wens of een ander kwetsbaar gevoel.
  3. Erkenningen geven. Een erkenning van de positie, de reacties, de strijd of manier van zijn van de ander of een erkenning voor iemands eigen positie, reacties, strijd of manier van zijn. Erkennen van de ander kan door te valideren: “Je hebt gelijk met…”, door te begrijpen: “Logisch dat je het gevoel hebt dat…” en door iemand te erkennen in wat h/zij zegt: “Ok, dus jij zegt…”. Erkennen van de eigen positie, reactie, strijd of manier van zijn kan door te zeggen: “Ik weet dat ik er ook een rol in speel. Het hielp niet dat ik mopperend thuis kwam”. Of: “Ik weet dat ik in de verdediging schiet (of mij terugtrek).” Of: “Zoals je ziet, ik ben kwaad.” Of: “Ik ben van streek dus ik zeg dit waarschijnlijk op een manier die moeilijk is om naar te luisteren”. Of: “Ik ga heen en weer tussen het verwijten van jou en het verwijten van mijzelf”.
  4. Begrip hebben voor de netelige positie waarin de partners zitten. Je doet een stap terug en zegt met mededogen alsof je een van de partners bent: “Nu zitten we weer in hetzelfde gevecht”. Of: “We zitten weer in die pijnlijke vicieuze cirkel waarin ik kwaad wordt als jij je terugtrekt en jij je terugtrekt als ik kwaad wordt”.
  5. Een monoloog veranderen in een dialoog door een vraag toe te voegen. Als hetgeen een partner zegt in wezen een monoloog is of een verhandeling waarin de ander de les gelezen wordt of een verklaring dan verander je dit in een dialoog, in een gesprek door naast die partner te gaan zitten en toe te voegen: “Wat vind je van wat ik zojuist zei?”. Of: “Kun je het eens zijn met een deel van wat ik zei?” Of:  “Kun je begrijpen hoe ik me zo voel?”.

In één voorbeeld worden deze 5 manieren van dubbelen geïllustreerd:

Een vrouw zegt tegen haar man: “Waarom ben je altijd te laat thuis voor het eten?” En daar gaat ze nog een tijdje over door.

Ze kan 1. haar toon veranderen. Ze kan 2. een kwetsbare kant laten zien door een wens uit te spreken: “Ik zou willen dat we als gezin aan tafel zitten. Dat geeft mij zoveel plezier”. Of door een angst toe te vertrouwen aan de ander: “Ik maak me er zorgen over dat onze diners niet meer zo plezierig zijn als vroeger. Maak jij je daar ook zorgen over?” Ze kan 3. de positie van de andere partner erkennen en zeggen: “Misschien toon ik te weinig begrip voor hoe moeilijk het voor jou is om weg te gaan bij je werk.” Of erkenning geven aan haar eigen positie: “Ik ben van streek dus ik zeg dit waarschijnlijk niet op de goede manier”. Ze kan 4. een stapje terug doen en er met mededogen over spreken: “Ik weet dat je er een enorme hekel aan hebt als ik me hier zo over opwindt”. Of: “Nu zitten we weer midden in die frustrerende vicieuze cirkel waarin jij je terugtrekt als ik je aanval en ik jou aanval wanneer jij je terugtrekt.” En ze kan 5. de monoloog omzetten in een dialoog door aan het eind een vraag te stellen zoals: “Wat vind je van wat ik net zei?” Of: Kun je je voorstellen hoe ik me voel?”

Het dubbelen onder de knie krijgen

Als je het dubbelen voor het eerst doet kun je een moment tijdens de sessie uitkiezen om het uit te voeren. Je kunt niet in één keer alle 5 belangrijkste doelen/principes van het dubbelen meester worden. Het meest natuurlijke is om te beginnen met:

Het 1e principe: De toon veranderen 

Als je hier mee begint kun je altijd later nog het 2e principe toevoegen; een kwetsbaar gevoel toevoegen. Hiermee verander je de jij- boodschappen in ik-boodschappen wat van cruciaal belang is. Door het toevoegen van het 3e principe; erkenningen doen vergroot je het effect van het dubbelen enorm. Met het 4e principe; waardering geven aan de lastige situatie waarin het koppel zich bevindt, doe je een stapje terug en praat je op een collaboratieve manier over hoe moeilijk het is om in deze situatie te zitten. Met het 5e principe verander je een monoloog in een dialoog door een vraag toe te voegen zodat je op een niet opdringerige manier de opmerkingen van de ene partner veranderd in het begin van een uitwisseling.

Het 2e principe: kwetsbare gevoelens toevertrouwen

Klachten of ontwijkende reacties vervang je door:

  • Wensen; verlangens, behoeften, dromen.
  • Angsten; zorgen, ongerustheid, zenuwachtigheid paniek, wanhoop.
  • Andere kwetsbare gevoelens zoals: schaamte, vernedering, berouw, pijn, eenzaamheid enz.

Je veranderd jij-boodschappen in ik-boodschappen waarbij je er voor waakt dat een ik-boodschap toch niet stiekem een  jij-boodschap is. “Ik voel me in de steek gelaten (door jou)”, is er zo een. Meer zuivere ik-boodschappen zijn:

“Ik zit weer vast in dat gevoel dat bij mij zo gemakkelijk opgeroepen wordt – het gevoel van in de steek gelaten te zijn”, waarmee verantwoordelijkheid voor het gevoel genomen wordt en een beschuldiging vermeden wordt. Of:

“Ik voel me verlaten maar ik denk dat jij je ook niet goed voelt over wat er aan de hand is”, waarmee de beschuldigende impact kleiner word omdat er erkend wordt dat de andere partner ook ergens mee zit. Of:

“Zitten we nu weer in de vicieuze cirkel waarbij jij je iets opgedrongen voelt en ik me verlaten voel?”, waarmee een beschuldiging vermeden wordt door het probleem bij de interactie te leggen.

Een klacht omzetten in een wens/droom

“Je denkt er nooit eens aan om mij overdag eens te bellen.” In een ‘dubbeling’ zegt de therapeut: “Ik zou het heel lief vinden als je me overdag eens belde”, of: “Ik wou dat ik meer in jouw gedachten was”.

“Je praat nooit eens over je gevoelens.” De ‘dubbeling’ van de therapeut (en dit is de zogenaamde John Gottman* droom): “Mijn hele leven heb ik mij een relatie voorgesteld als iets waarin mijn partner en ik intiem zouden zijn en vertrouwelingen die er elke dag weer naar uitkeken om ervaringen met elkaar te delen. Wat jammer dat we zulke verschillende ideeën hebben over wat we willen in een relatie.”

*John Gottman is een beroemde Amerikaanse relatie therapeut waar ik eerder een bericht over plaatste.

Een klacht omzetten in een angst/hechtingsangst

“Waarom ben je zo stil?” De ‘dubbeling’ van de therapeut: “Ik ben bang dat we zo’n echtpaar worden die niet praten met elkaar. Maak jij je daar ook wel eens zorgen over?” Of: “Ik maak mij zorgen dat we uit elkaar groeien.”

“Ik kan jou op geen enkele manier een plezier doen.” De ‘dubbeling’ van de therapeut: “Ik maak me zorgen dat ik jou niet blij kan maken. Ik ben bang dat ik jou kwijt raak. Ik ben bang dat ik niet beminnenswaardig ben.”

“Hoe kan het dat je altijd zoveel te vertellen hebt met je vrienden en niet met mij?” Hier volgt een ‘dubbeling’ met een ander kwetsbaar gevoel: “Ik schaam me er een beetje voor maar ik ben jaloers op hoeveel lol je had toen je met Jan praatte.”

“Moet je altijd iedereen’s dienstbode zijn?” De therapeut vervangt de klacht met een ander gevoel: “Het was natuurlijk goed dat je Janet hebt getroost over haar ontslag; maar het verwonderde me nogal hoe erg ik onze middagwandeling miste.”

Het 3e principe: Erkenningen geven bij het dubbelen

In een gevecht kunnen geen van beide partners erkenning geven aan wat de ander zegt waardoor het gevecht blijft doorgaan. In het voorbeeld hieronder blijft Tanja bij haar mening dat Rob te hard is tegen de kinderen en blijft Rob van mening dat Tanja te zacht is. Ze gaan hier een tijdje over door.

Om de impasse te doorbreken gaat de therapeut dubbelen en hij begint bij het geven van erkenning aan het punt van de ander. De therapeut dubbelt voor Tanja: “Ik weet dat jij vindt dat ik te toegeeflijk ben met de kinderen – en dat ben ik soms ook. Daar moet ik aan werken. Maar ik hoop dat ik jou duidelijk kan maken dat jij soms te streng bent.” De therapeut dubbelt voor Rob: “Ik weet dat jij vindt dat ik te hard ben tegen de kinderen en dat is ook zo en daar maak ik me zorgen over. Ik wil niet zo zijn als mijn vader. Ik hoop alleen dat ik jou duidelijk kan maken dat jij teveel in de andere richting doorschiet.

Als de therapeut denkt dat de partners beslist niet iets willen erkennen dan zou hij ook op de volgende manier erkenning kunnen geven aan de moeilijke positie waarin beide partners zitten: “(dubbelend voor Tanja) Het is hartverscheurend dat we het zo oneens zijn over iets dat voor ons beiden heel belangrijk is: het welzijn van onze kinderen.”

Het erkennen van de positie van de andere partner lost veel spanning op. Je erkent in het dubbelen namens een van de partners;

  1. de andere partner’s positie, reacties, strijd of manier van zijn door de ander te waarderen; “Je hebt gelijk in …”, door de ander te begrijpen; “Het is logisch dat je je … voelt”, of door zijn bestaan te erkennen; “Ik hoor wat je zegt ook al ben ik het er niet mee eens” of; “OK, dus jij vindt …”
  2. of de partner’s eigen positie, reactie, strijd of manier van zijn door zijn/haar twijfels te uiten over de zaak: “Ik weet niet zeker of dit klopt maar …”, over de manier waarop de zaak naar voren werd gebracht: “Ik ben kwaad dus misschien zeg ik dit niet op de goede manier” of “Dit klinkt misschien defensief en dat is het ook misschien”, over het onschuldige in de zaak: “Ik weet dat ik hier ook zelf een rol in speel” of “Ik kwam boos thuis en reageerde dit op jou af”  of over de rechtvaardigheid van het verwijt of de klacht: “Ik weet dat het niet eerlijk is om hier over te klagen want ik ben zelf ook niet perfect”.

Het positieve effect van het geven van een erkenning aan de ander wordt nog versterkt door erkenning te geven aan een kwetsbaar gevoel van de ander zoals in het volgende voorbeeld:

Het verwijt van Peter: “Ja, ik had een affaire. Maar het betekende niets. Ik heb keer op keer gezegd dat het mij spijt. Kunnen we nou niet eens naar de toekomst kijken in plaats van hier steeds weer op terug te komen?”

De vertaling van de therapeut: “Ik weet dat ik meer begrip moet hebben voor je, gezien mijn misstap. Ik begrijp dat het tijd kost om hier over heen te komen maar ik voel me er zò slecht over dat ik jou pijn heb gedaan en het is zò pijnlijk om te zien welk effect het op je heeft, dat ik er behoefte aan heb dat jij er nu al overheen bent. Ik weet dat dat niet redelijk is.”

Erkenningen geven bij het dubbelen – dus het standpunt van partner B uiteenzetten terwijl je spreekt voor partner A, stelt de therapeut in staat om:

  • De posities van beide partners tegelijk weer te geven – dubbel dubbelen
  • De waarschijnlijkheid dat de andere partner zal luisteren te verhogen. Mensen hebben het nodig om zich gehoord te voelen om te kunnen luisteren.
  • Om te gaan met sterke conflictsituaties waarin beide partners de behoefte hebben om in hun posities erkend te worden want anders kunnen ze niet stil zitten en zullen ze elkaar in de rede blijven vallen.
  • Een platform te creëren van waaruit met compassie beide posities begrepen kunnen worden.
  • Het gevecht om te zetten in iets wat meer op een gesprek lijkt waarbij het miskennen of negeren van wat de ander zegt getransformeerd wordt in een erkenning van op zijn minst één aspect van de positie van de ander.
  • Model te staan in de hoop dat de partners hun eigen versie van het dubbelen thuis zullen overnemen. Erkenning geven aan de positie van de ander is hèt ingrediënt van actief luisteren.

2006-01-26B

SPECIALE VRAGEN

Naast het dubbelen is er nog een belangrijke speciale interventie in de collaboratieve relatietherapie: de speciale vragen. Een van die speciale vragen is:

De ‘in welke mate – vraag’ of; de ‘in hoeverre – vraag’

Vaak stellen therapeuten vragen met een open einde zoals: Hoe voelt dit? of; Wat maakt dat je dat zei of dat deed? Maar het kan handig zijn om één stap verder te gaan en een vraag te stellen waarin al een antwoord gesuggereerd wordt waardoor het een soort ‘multiple choice’ vraag wordt: “Voel je je verdrietig, verward, boos of iets geheel anders?” ‘Multiple choice’ vragen stel je als therapeut:

  • om meer energie te stoppen in de situatie – om te vermijden of te voorkomen dat het moment inzakt omdat een van de partners geen antwoord kan geven op een open vraag zoals: “Hoe voelt dit?”
  • om het uithoren van een partner’s gedachten op gang te brengen of in de grondverf te zetten.
  • om mogelijkheden op te roepen waar geen van beide partners nog aan hebben gedacht.
  • om cliënten te beschermen tegen hun eigen zelfkritiek; het kan zijn dat iemand niet makkelijk zegt dat  h/zij boos is. Door te vragen: “Voel je je boos, pijn gedaan, verdrietig, onzeker, in de war of nog iets heel anders?” zeg je eigenlijk dat het begrijpelijk is dat iemand in deze situatie een van deze dingen voelt. “Kloppen een van deze gevoelens voor jou?”
  • om cliënten te beschermen tegen jou als ‘autoriteit’, omdat je verschillende mogelijkheden aandraagt zal de cliënt niet voelen dat hem/haar een gevoel aangepraat wordt.

De ‘in hoeverre – vraag’ is een soort meerkeuze vraag bestaande uit twee delen. Het stelt je als therapeut in staat om:

A. Onderscheid te maken

  • “In hoeverre is dit nieuwe informatie of zijn het dingen die je al wist?”
  • “In hoeverre heb je het nodig dat hij hoort hoe jij je voelt en in hoeverre is het belangrijk dat h/zij veranderd?”
  • “In hoeverre is dit een grap en in hoeverre meen je dit echt?”

B. Ambivalentie te normaliseren. Door de aard van de de vraag wordt het algemeen menselijk, normaal en begrijpelijk om ogenschijnlijk verschillende – zelfs tegenstrijdige – gevoelens ergens over te hebben.

  • “In hoeverre ben je blij met deze hulp en in hoeverre heb je er een hekel aan?”
  • “In hoeverre was het een opluchting om dit er allemaal uit te gooien en in hoeverre maakte je dit nog meer van streek?”

C. Om aandacht te vragen voor een boodschap die verloren kan gaan door de aanvallende manier van spreken

  • “In hoeverre zie je zijn commentaar puur als een aanval en in hoeverre denk je dat er iets inzit?”
  • “In hoeverre maakt wat zij zegt jou boos en in hoeverre heb je er nog andere gevoelens over?”

D. Om te onderzoeken zonder vooroordelen

  • “In hoeverre ben je ontroerd door wat hij zegt en in hoeverre ontroert het je niet?”
  • “In hoeverre ben je het met haar eens dat jouw boosheid op haar te maken heeft met de gevoelens die jij hebt tegenover je moeder en in hoeverre denk je dat het er niets mee te maken heeft?”

E. Om een controversieel punt aan te snijden – iets dat iemand zou kunnen ervaren als een verwijt of als bedreigend – breng je het controversiële punt samen met een goedaardig alternatief naar voren

  • Wat je zou kunnen vragen maar wat te hard kan klinken is: “Zeg jij nu dat de relatie voorbij is?” Samen met een goedaardig alternatief klinkt het zo: “In hoeverre denk je dat de relatie voorbij is en in hoeverre denk je dat er nog een kans is?”
  • Wat je zou willen vragen is misschien: “Ben jij nu boos?” Dit zou kunnen klinken als: “Je houdt mij niet voor de gek. Diep van binnen ben je boos.” Samen met een goedaardig alternatief is de vraag: “In hoeverre zit in wat je daarnet zei een gevoel van pijn en in hoeverre zit er een gevoel van boosheid in?”
  • Wat je misschien wil vragen is: “Is jouw boosheid op je dochter op een of andere manier verbonden met je gevoelens over jouw moeder?” Dit zou begrepen kunnen worden als: “Jouw boosheid op je dochter is misplaatst.” Samen met een goedaardig alternatief is de vraag: “In hoeverre zie jij je boosheid als iets wat iedereen zou voelen in jouw positie en in hoeverre zie je het als een iets waar jij speciaal gevoelig voor bent?”

Je hoeft niet altijd de woorden ‘in hoeverre’ te gebruiken. Hier nog wat andere soorten ‘in hoeverre – vragen’:

  • “In welk opzicht ben je blij met wat hij zegt en in hoeverre maakt het je van streek?”
  • “Voel je je aangemoedigd door wat we ontdekt hebben of juist ontmoedigd?”
  • “Is het A dat …. of is het B dat ….?”
  • “Moeten we het hebben over jullie seksuele relatie of is dat iets waar je hier niet over wil praten, of op zijn minst niet vandaag?”
  • “Hoe vaak …, en hoe vaak ….

En dan kun je altijd nog toevoegen: “Of geen van deze beiden?” “Of iets geheel anders?”


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1 reactie

Opgeslagen onder Systeemtherapie

Een Reactie op “Collaboratieve relatie-therapie

  1. Pingback: Congres NVRG 2015 | Psychologenpraktijk Gerie Hermans

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.